De waarheid onder ogen zien

Wanneer je mijn voordeur openslaat kom je in de hal en dan zie je het eigenlijk direct. Het staat er al jaren. Een antiek houten tafeltje met daarop de hoge spiegel met wit gekrulde randen. Het staat er zodat ik een glimp op kan vangen van mezelf, voordat ik naar buiten vertrek. En mijn bezoek doet hetzelfde. Wanneer ik een vriendin uitzwaai na de koffie is er altijd eerst een onderbreking voor het tafeltje. Elke keer een korte pauze vlak voor de uitgang. Wenkbrauwen trekken omhoog, mondhoeken krullen licht tot een bescheiden glimlach, de lippen op elkaar. Ik sta ernaast, wacht altijd netjes, mijn stille lach niet zichtbaar in hun spiegelbeeld.

Na het uitzwaaien loop ik terug naar de spiegel. Steeds dichterbij zie ik mijn hangende wenkbrauwen en oogleden, onder druk gezet door de zwaartekracht. En daarna het meest sprekende stuk van ieders gezicht. Het blauw van mijn iris zo donker als de nacht, met moeite te onderscheiden van mijn pupil. Zo blijf ik een paar minuten staan, mijn blik gericht op mezelf.

Waarom is het toch zo moeilijk om jezelf aan te kijken? Mijn irissen zijn altijd blauw, veranderen nooit van kleur. Maar de laatste jaren lijkt er wel iets anders te veranderen. Maar wat is dat? Een blik, je ziel? Zeg het maar. Ik sla mijn wimpers neer. Probeer het beeld van mezelf niet voor niks al weken te ontwijken.

Verdriet, rouw, geluk, verliefdheid, opwinding. We kunnen het allemaal aflezen van iemands gezicht. We lezen het uit de ogen voornamelijk. En omdat ik mijn eigen blik nog altijd liever ontwijk, richt ik mijn onderzoek op anderen. Op allereerst de flirterige jongen die achter mij staat. Terwijl we allebei wachten voor het afrekenen van de boodschappen. In het kader van mijn nieuwe experiment besluit ik terug te kijken. Ik offer me op en er opent zich een wereld aan flirtmogelijkheden. En dat door alleen zijn oogopslag tegemoet te komen.
 
Na het boodschappen doen kijk ik de film Wall-E. Een liefdesverhaal over twee robots. In het overgrote deel van de film wordt niet gesproken. Wall-E laat terneergeslagen zijn vierkante oogjes zakken en ik moet bijna huilen.

De volgende dag kom ik er op werk achter dat een paar ogen en een mond soms niet goed op elkaar afgesteld zijn. “Goh wat heb je een leuk stippenjurkje aan Gerda” Aan het gezicht van mijn collega zie ik dat ze de woorden niet meent.

Terwijl Gerda afdruipt google ik informatie over liegen en ogen. “Als je een normaal, rechtshandig persoon vraagt naar iets wat hij heeft gezien, kijkt hij automatisch naar linksboven als hij moet nadenken”, zegt Bouton. Dertig jaar werkzaam bij de FBI. “Kijkt hij naar rechtsboven, dan gebruikt hij zijn fantasie en is hij een antwoord aan het bedenken.” Bij linkshandige mensen werkt het juist andersom.

Ik denk aan alle situaties die ik zag aankomen door goed te kijken. Mijn vaders ogen vulden zich soms met woede, de ogen van mijn broer met spot en de kijkers van mijn allereerste vriendje schoten soms onrustig heen en weer. Het allereerste donkergroene paar waar ik verliefd op werd. Maar die mijn blik vaak ontweken. En ik deed alsof ik het niet zag. Jaren. Maar zijn verraad was er. Toen ik mezelf eindelijk recht in de ogen aan durfde te kijken.

Zorgt in de spiegel kijken voor een verbinding met binnen? Kunnen we anders de hele dag doen alsof er niks aan de hand is? Is dit ook de reden waarom er tranen uit je ogen kunnen rollen? Als je ogen de spiegel zijn van je ziel, is een steek in je hart dan je innerlijk wat aan het huilen is?

Ik weet ook hoe het is om een hele week niet te praten of zelfs iemand aan te kijken. Ik besloot op retraite te gaan. In een poging de issues van mijn leeftijd op te lossen. In Zuid-Spanje op een yoga mat. Het voelde onmogelijk en onmenselijk om een hele week samen te zijn met een groep onbekenden en geen woord te wisselen.

Tot op de laatste dag er nog iets van mij gevraagd werd, wat nog veel moeilijker bleek te zijn. Op die yoga mat waar ik nu wel klaar mee was, moest ik een een oefening doen. Samen met een andere vrouw. Zij vertelde een belangrijk verhaal en ik mocht luisteren. Zonder woorden. Zonder mijn blik af te wijken van de hare. En zonder empathie te tonen. Geen hmm, oooh of aaahh. Niks. Alleen maar een neutrale blik van mijn kant terwijl zij vertelde over haar doodgeboren zoontje. Met mijn lippen op elkaar geperst keek ik haar aan.

In de feedbackronde vertelde ze dat ik zo meelevend was geweest, met mijn OGEN! Té eigenlijk. Ik bleef amper bij mezelf maar zat voor haar gevoel zo’n beetje op schoot met mijn medeleven. Ik moest lachen: hoe is het mogelijk? En toch wist ik het. Ze had gelijk.

Een heel onderzoek en een retraite in de bergen verder weet ik nu een paar dingen meer. Wall-E kan een liefdesaanzoek doen met zijn robotkraaltjes en mijn blauwe kijkers tonen zoveel empathie dat een ander het er benauwd van krijgt. Ik loop opnieuw naar het antieke houten tafeltje. Mijn ogen staren voor zich uit naar het spiegelbeeld en mijn blik. En wat dat nou precies is, je ziel? Je gevoel? Ik zal het misschien nooit weten. Maar mezelf aankijken kan geen kwaad. Om af en toe, de waarheid in je eigen ogen te zien.

Geef een reactie